Middelen bereiden

Tijdens dat verdunnen schudde hij de oplossing krachtig. Zo ontdekte hij dat de geneeskracht van de oplossing steeds sterker werd in plaats van zwakker. Bovendien verdween de schadelijkheid van de oorspronkelijke stof. De klassieke homeopathie maakt gebruik van sterk verdunde stoffen die in het bereidingsproces intensief zijn geschud. De uiteindelijke oplossing bevat geen molecuul meer van de oorspronkelijke stof.

Van oorspronkelijk natuurlijk materiaal wordt één deel genomen en vermengd met bijvoorbeeld 100 delen melksuiker. Dan ontstaat een 1:100 verdunning (C1 genoemd). Van een verdunning wordt dan weer één deel genomen en vermengd met 100 delen melksuiker.
Zo ontstaat de verdunning C2. Tussen de verdunningsstappen door wordt de oplossing sterk geschud. Het verdunnen en schudden kan als proces ver worden doorgezet. Zo ontstaan verdunningen waarin geen aantoonbare moleculen meer zitten van de oorspronkelijk natuurlijke stof. Voor reguliere wetenschappers is dit vaak het grote kritiekpunt, als zou de oplossing dan dus ook niet meer kunnen werken.
Er zijn vele onderzoeken gaande naar een wetenschappelijke verklaring voor het homeopathische werkingsprincipe. Nanodeeltjes zouden een relatie kunnen hebben met het overdragen van de werkingskracht van het oorspronkelijke middel.